vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Afstandelijk
Dichter, dacht de dichter,
dichter wil ik bij haar zijn.
Hun blikken kruisten schalks
de afstand van de
eenmetervijftig-lijn.
Zo beeldschoon en zo elegant,
stond zij daar aan de overkant
van die verdomde norm-afstand,
van anderhalve meter.
Om haar mond vormde
zich een lachje, zij dacht :
tot daar en niet verder, mag je
en zij genoot ervan, dat zag je.
De dichter haakte af, dat snap je,
zij hield hem danig voor het lapje,
hij mompelde iets in het kapje
voor zijn mond, iets over
eenmeterzeventig, wat zij
gelukkig niet verstond.
Reacties op ‘Afstandelijk’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!