Kapotte jeugd
Een klein meisje onzeker en bang.
Nog zo jong en al zo beschadigd. Geen vertrouwen in mensen en het leven. Ze heeft alle hoop al lang opgegeven.
Hoe kun je vertrouwen en lief hebben als je dat nooit is geleerd? Als je bloedeigen moeder je slaat en zich voor je geneerd.
Altijd bang en altijd oppassen. Straks doe je iets fout en laat ze weer zien dat ze niet van je houd. Sterker nog, dat ze je haat. En dat het haar niks interesseerd of het wel goed met je gaat.
Nooit heeft ze liefde of veiligheid gevoeld. Een knuffel een kus, of er voorelkaar zijn.
Dat is voor haar allemaal onbekend terrein.
Het enige wat ze wilt. Is haar moeder blij maken. Een arm om haar heen en iemand die zegt "je bent niet alleen".
Maar wat ze ook doet er is niemand die van haar houd, alles wat ze doet is fout. Ze is nog zo jong, maar zo verlaten zo mishandeld en zo geslagen. Niemand die ze kan vertrouwen niemand die iets om haar geeft. Niemand die weet dat zij geen reden om te leven heeft
Reacties op ‘Kapotte jeugd’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!