vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Aan de Mark
Uit 'Fietsen'
Aan de Mark gezeten, staart de visser
waar tussen dam en dam de stilte ruist,
van de dwarsgelegen verre snelweg
kruist het verkeer met het trage water .
Aan de Mark staand, staart de reiger
naar wat de visser hem overliet,
kijkt op en zakt iets door de poten
slaat de vleugels weg het water wiekt
Over de Mark langs gaat de fietser
van brug naar brug het heen en weer
daar rust Meerseldreef van verre
en stroomt samen de koffie en het bier.
Guido van Geel

Ingezonden door
Geplaatst op
10-12-2019
Over dit gedicht
'Alle stroomt', zei de visser en zijn dobber bleef.
Geef uw waardering
Op basis van 11 stemmen krijgt dit gedicht 3 van de 5 sterren.Social Media
Tags
Breda GuidovangeelReacties op ‘Aan de Mark’
-
zo heerlijk rustig
rita arends - 11-12-2019 om 09:58