Dichtvorm : carol

Een Carol begint en eindigt met hetzelfde distochon (gedicht van twee lijnen) als refrein, hier tussen komen een willekeurig aantal strofen van vier lijnen, waarbij de vierde lijn afwisselend de eerste en tweede lijn is van het distochon. Het rijmschema is A1A2 bbbA1 cccA2 dddA1 …. A1A2. Het metrum is vrij, bij voorkeur korte lijnen. Het refrein kan bij een langer gedicht herhaald worden.

Het is bijna kerstmis
Een hele belevenis

De kerstboom staat klaar
Zoals elk jaar
Wordt hij bedekt onder Engelenhaar
Het is bijna kerstmis

Lampjes hangen
Vallende ballen opvangen
Naar gluhwein verlangen
Een hele belevenis

En dan samen eten
Niemand vergeten
Of het toch niet weten
Het is bijna kerstmis

En dan de sylvesternacht
Met al zijn sterrenpracht
En veel vuurwerk verwacht
Een hele belevenis

Het is bijna kerstmis
Een hele belevenis