Kenningen
De Blinde van de Elvenglorie
Als hij woelt slaapt slechts zijn verstand
als de ochtend ontluikt slaapt even de man
wacht hem waardoor hij de nacht verdeed
onopgelost, onverbloemd en moe
De Dochters van de Walvisweg
Klein het zand aan de kleine zee
klein de geest in de kleine ziel
geen mens is gegeven heel te zijn
halve mensen slechts zijn de meesten.
De Boombreker
Hoge bomen staan in diepe dalen
waar water is en de wind schuilt
de ware man buigt voor de bergen
en weet van ijs, stenen en de storm
De Man van de Rots
Het water sijpelt, dauwt en dampt
tot de rivier de zee zal zoeken
wijs is de man die weet te wachten
wijs is de man die rustig maant.
Berijder van de Barenhengst
Klein is het schip dat in de verte vaart
kleiner is de schipper die op het roer rust
Groot is de zee die zijn stormen stort
groot is de schipper die het schip behoudt
Boom van het Goud
Zonder de zon is de schaduw overal
schijnt de zon verschijnt de schaduw
grauw is de massa van de mensen
verschijnt de man als de strijd ontbrandt
De paarden van Gunn
's Nachts huilen hongerig de wolven
als in de winter de schapen schuilen
in de zomer zwijgen de wolven stil
groeit het lam groeien de wolven.
De Dauw van het Speergeraas
Na de regen stijgt uit het woud de nevel
na de storm stort brullend de bergbeek
De bomen ruizen in het behouden bos
de strijder rust vermoeid bij zijn mensen.
Het Voer van de Arenden
Als de boom hoog zijn takken heft
kijkt er de arend naar de aarde neer
Als de man zijn wegen wil begaan
weet hij wat in de verte wacht
De Dorst van de Reuzendoder
Geef de man een beker bier
hij zal zijn beker hoog voor je heffen
Geef de man zijn laatste beker bier
en hij zal van vaten water dromen.
Guido van Geel
Reacties op ‘Kenningen’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!