Orkaan van het leven
Een orkaan van moleculen zweeft rond
Kleine partikels hoog boven in de lucht
Met een verschroeiende niets aflatende snelheid
Och zo klein, och zo snel, bliksemsnel
Twee atomen, punten, stippen in het helal
Eeuwig blijvend, eeuwig voort bewegend
Een snelheid, een intensiteit, een kracht nooit gezien
Piepkleine delen die zweven in de stroom
van een fluitketel, energie opwekkend, drijvend, vliegend,
storm en orkaan, snelheid
Verder dan wij kunnen zien met camera’s en telescopen
Meer licht, meer power, meer kracht dan wij in mensentaal kunnen benoemen
Het helal miljarden keren groter dan wij ooit dachten
Duizend Columbussen nodig om het te ontdekken… ooit
Zo enorm, zo ledig en zo vol
Leeg en vol tegelijk
Zwart, kleurloos en regenboog kleuren tegelijk
Jij mens kan niets zien
Hij God kan alleen zien
Bestuurder van mens en natuur
Partikels, stofjes in het helal
Met de afstandsbediening voor miljarden drones
Nee, het leven is niet eindig
Het begint pas als wij denken dat het stopt
Als de mens denkt dat het vijf voor twaalf is,
is het nog maar de eerste minuut van de nieuwe dag
We hebben nog niets gezien
Het is nog volstrekt donker en nacht
Het blauwe uur moet nog komen
Het is nog maar net naar bed gegaan
De schakering, overgang tussen dag en nacht
of nacht en dag beter gezegd
Eén minuut na middernacht is het
Niet vijf voor twaalf
Als wij denken dat we dood gaan, dan het einde nabij is,
dat het afgelopen is, dat we onze keukelaar gaan zetten,
zijn we nog primatuurtjes
Het leven begint pas als wij denken dat er geen leven meer is
Als we het einde denken te zien,
is het nog wachten op het licht na de tunnel
Als alles donker wordt, is het maar een slaap
Als alles tot rust komt, is het maar een pauze
Een knop ‘on hold’
Even uitademen
De stilte van één mini-seconde
En nog één
Als alles stil en donker wordt, als alles dood lijkt,
is het een stilstaand beeld op de tv,
de winterslaap van fauna, flora, een beer, de bloem, de boom, onszelf
Onze winterslaap gaat tot het kleinste partikel,
het kleinste atoom, de kleinste cel van ons lichaam
De kern van onszelf, ons bestaan
Het lichaam is ons omhulsel
Zoals chichorei, een ajuin, alles verwelkt,
alle schillen bevatten de kern van ons bestaan, ons wezen
Het karma vervat in de ziel
De pose tot de pauze
En na elke pauze het atoom
dat onze ziel bevat en dat opnieuw uitgroeit
tot een nieuw karma, een nieuw bestaan
Als we ons ontdoen van alle schillen,
vervellen we telkens tot het ene atoom
dat meer licht geeft dan alle sterren samen
Dat meer energie en kracht bevat dan de zwaarste atoombom
of vulkaanuitbarsting
Uit het niets zal alles ontstaan
Opnieuw en opnieuw
Elke atoom zal opnieuw zijn karma opbouwen
Als een lege batterij in het stopcontact opnieuw tot leven komt
Er is geen einde aan het leven
De dood is enkel de transitie, de pauzeknop naar een ander leven
De trein die even stil staat
En toch weer verder bolt naar een nieuwe halte
Een nieuw landschap verkent en ontdekt en over de sporen weer tot leven komt
De sporen liggen er
De wissels van voordien bepalen onze volgende bestemming
Ons doel, onze reis
We sporen naar een nieuw leven, naar een nieuwe toekomst
Een nieuw karma verwelkomt ons
Hoe de partikels zweefden en quasi tot stilstand kwamen bepaalt
de volgende beweging, vlucht, storm, orkaan in ons bestaan
Nooit meer hetzelfde als voorheen, het verleden, als de rugzak,
de bagage om mee te nemen op een nieuwe reisweg
Een nieuwe route in ons bestaan
Als niets zijn wij gekomen en als niets zullen wij ook verder gaan
Ons bestaan
BIJ-STAAN
Iemand staat ons bij
Een éne God figuur
Geen mens, heel anders
Reacties op ‘Orkaan van het leven’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!