vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
De kapitein (Deel VI)
Staand bij de kade op zijn plaats,
kijkt hij uit over zee en lacht.
Naar een stipje buitengaats,
het is het schip waarop hij wacht.
Met haar getekend grootzeil bollend,
ze heeft de stormen fier overleeft.
Onder het dek haar vaten rollend,
en zo haar lessen geleerd heeft.
Op het dek staat haar stuurman,
rechtop met een lach van oor tot oor.
Maar ook tranensporen op haar wang,
en heeft voor hem geen masker voor.
Haar ruim gevuld met lessen van weleer,
komt ze deinend langzaam dichterbij.
Meert bij hem aan en laat haar anker neer,
ze voelt zijn lot en maakt hem even vrij.
Reacties op ‘De kapitein (Deel VI)’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!