vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Duizend stukken
Tuimelend en zonder wil,
gaan ze naar de grond.
Ze vallen uiteen en dan stil.
Ze steken fel af op het grijs,
de scharlaken rode stukken,
liggend als stil bewijs.
Spetters liefde kleven aan,
de duizend kleine partikels,
liggen langzaam te vergaan.
Ze sterven hun trage dood,
drogend op het kille albast,
maken zijn verdriet zo groot.
Duizend stukken zoals verwacht,
toch gebroken na die ene dag,
niets dat nu zijn pijn verzacht.

Ingezonden door
Geplaatst op
01-05-2018
Geef uw waardering
Op basis van 1 stemmen krijgt dit gedicht 2 van de 5 sterren.Social Media
Tags
AfscheidReacties op ‘Duizend stukken’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!