Dans (Deel VII)
Daar was je dan ineens dichtbij,
Mijn hart sloeg over toen ik je zag.
Speciaal voor ons was je bij mij,
dit is hem dan, die ene dag.
Wat was je mooi en heerlijk,
je ogen vol twinkels diep als de zee.
We spraken lang en eerlijk,
maar niet alles nam ik mee.
Wat ik je zeggen wilde lukte niet,
door al die honderd vlinders in mijn buik.
Allen druk tot mijn groot verdriet,
met hoe ik klink en hoe ik ruik.
Want wat wilde ik graag zeggen dat,
Ik je aanraken wilde en als ik dan
je hoofd in mijn handen had.
Je zoenen wilde omdat het kan.
Ik wilde zo graag met je dansen daar,
in die bar speciaal van ons twee.
Gewoon blij en met elkaar,
tussen de tweede koffie en de thee.
Wat ik zeggen wil lieve mooie vrouw,
is dat de vlinders de baas waren.
Dat ik voor je val als ik je aanschouw,
en ik het niet aan kan nog 17 jaren.
Wil je me zeggen als je dat kan,
wat je vond van mij na al die tijd?
Wat er voor jou is geworden van die man,
waar jij voor viel als jonge meid.
Ingezonden door
Geplaatst op
01-05-2018
Geef uw waardering
Op basis van 1 stemmen krijgt dit gedicht 2 van de 5 sterren.Social Media
Tags
VerlangenReacties op ‘Dans (Deel VII)’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!