Déjà -vu
Ze zegt elke morgen goeiendag tegen me
en elke dag weet ik niet wie deze vrouw is
haar naam ben ik vergeten of heb ik nooit geweten
misschien onze buurvrouw of een oude kennis.
Telkens weer als ik haar zie lacht ze naar me met haar droge mondhoeken
stapt ze voorbij traag en stram
uit haar antieke handtas haalt ze een tijdschrift
die ze elke ochtend leest in de tram.
Ze roept vage beelden in me op
ik noem haar de wederkerende déjà -vu
nooit durf ik met haar te praten
of te vragen eigenlijk zeg me wie bent u?
Al lijkt ze een vriendelijke dame
en altijd goedgezind
het enige dat me tegenhield om de vraag niet te stellen
is haar weg zien gaan in de wind.
Reacties op ‘Déjà -vu’
-
'Wie niet weg is, is gezien', zei Joachim Stiller en wachtte op de tram.
guido - 07-03-2017 om 22:20