vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Negentig graden kritiek
Hij zocht me met
gesloten vingers.
Niemand mocht onze liefde zien.
De gemartelde struiken,
de vogels in hun genaaide nest
en de sporen die evenwijdig
lopen op grond waren zware getuigen.
Fietsen werden gehaat
maar de reflectoren
waren oproepende signalen.
Voetstappen konden we niet horen
door het gesmak van gesuikerde monden.
Ik duwde je op een verloren afstand weg
wanneer ik een gevaar bespeurde
op het vurig pad.
Het is niet dat wij blind zijn
door de liefde
dat iedereen blind is.
Reacties op ‘Negentig graden kritiek ’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!