De Ier zat
Het was voor mij een manier
om te werken bij de juwelier
van negen tot halfvier
met een pauze van ongeveer een kwartier.
Tijdens de recreatie drink ik bier
en schrijf ik mijn plannen op papier
geniet ik van de rust
zo stil als een mier en een pier
en heb plezier.
Na mijn werk wandel ik
tot aan de rivier
samen met mijn twee vrienden
de Ier en de Arabier
de wereld interesseert ons geen zier
alleen op onze vriendschap zijn we fier.
We zingen elke elegie
sluiten ons hart niet op een kier
we hameren onze hersenen
ook al verliezen we soms een scharnier.
Na dit hier
stap ik in mijn Mini Cooper
zonder enig passagier
sluit ik mijn portier
rijd ik bij de bankier
om te vragen achter mijn formulier
maar die ligt nog bij de leverancier.
Op het einde van de dag
krijg ik pijn aan mijn spier
speel ik onder de vlier
met mijn huisdier
de kleine gier
die ziek is aan zijn klier en nier
en ik ziek van dat constant getier
en de rijm op ier.
Reacties op ‘De Ier zat’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!