Stigmata
Waar was de liefde
toen ik mezelf
hopeloos verloor
in de stilste hoeken
van mijn zijn
was de angst die vroor
niemand kon me
overtuigen door
wat gehoor
of gejuich in een foor
want alles leek
in mijn bestaan
maar saai en goor.
De tranen die drupten
allemaal in koor
konden niet opgelikt worden
door een Moor of Noor
want ik verdwaalde
op een houten spoor
en verstikte door
grijs smoor en chloor.
Ik wou bidden
samen met een pastoor
en nadien alles vertellen
zoals ik zwoor
maar er was geen verhoor
noch een luisterend oor
iedereen druk op werk
en op kantoor.
Pijn in mijn huidscellen
scherp als ivoor
en gaten in mijn ziel
door een zware boor
allemaal straffen en
ik weet niet waarvoor
misschien omdat ik
geen deugden scoor
en dat is waaraan
ik me stoor.
Het verleden achter
mijn rug die ik
al lange tijd wegschoor
maar stiekem leeft
het in mijn rijm en
mijn zielig metafoor
waar was de liefde
waar was ze
toen ik mezelf verloor...
Reacties op ‘Stigmata’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!