Onweer aan zee
Hoor ik een kind dat schreit op ‘t strand?
Krijst een meeuw over het schuim?
Het is de wind die giert door ’t zand
en striemend jaagt over het duin
De lucht weegt loodzwaar op de zee
en rolt de golven op de vlucht
met boven op hun kruin
openspattend witgrijs schuim
Een bliksemschicht verlicht het water
en tovert blinkers op het schuim
Even later
kraakt een donderende mokerslag
over het duin
Plots plenst een druppel water
als voorbode voor groot geweld
een tweede plenst
en even later
is een ganse regenwolk geveld
Met emmers stort de douche neer
gepaard met bliksems en gedonder
De golven gaan als gek te keer
wat een spektakel wat een wonder
Dit geweld vormt uren lang
diepe sporen op de grond
Mens en dieren schuilen bang
Paniekerig blaft een hond
’s Morgens vroeg de dag nadien
schijnt de zon
in al haar pracht
Het onweer van de dag voordien
is verdwenen in de nacht
Reacties op ‘Onweer aan zee’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!