HET MOET VOORUIT GAAN
Opzij, opzij, opzij, ik spring en spurt in mijn vooruit.
Zowaar mijn zweet dartelt luid, langsheen mijn spekkenkuit.
Een kleurrijke mozaïek van modder besmeurt mijn frêle dijen.
Even moet ik oppassen, anders wordt het zo een glijen.
Waarom zo hectisch stormen voor één enkele beschuit.
Ze loopt toch niet meteen weg achter die etalageruit.
Misschien had ik me beter laten rijen.
Of nog beter, een standje langer aan ’t vrijen.
Wat een mens toch allemaal doet voor zulk een kleine guit.
Die roept : “ik wil geen koek maar wel beschuitâ€.
Opzij, opzij, opzij, ik heb nu ongelooflijke haast.
Mijn mooie krullen frullen, waardoor die wind doorluchtig raast.
Gelijk een verzopen kieken ben ik aan het lopen.
Ik blaas toch safe, doch zeker nog niet bezopen.
Waarom zo panisch alsof daar een orkaan blaast.
Ja wat wil je, die kleine komt toch eerst en niet het laatst.
Zodat hij vlug zijn droge koek in chocomel kan dopen.
En snel dat onhoudbaar geblèr zal aflopen.
Hopende dat hij dan mooi zijn beschuit wil eten en niet morst daarnaast.
Want anders is er mama die met het handje kaatst.
Ervin Linhart 30-12-2012
Reacties op ‘HET MOET VOORUIT GAAN’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!