Het naleven
Hoeveel keer had ik gezegd
dat ik graag in het donker ben
maar soms wel toch
graag het licht zag.
Hoeveel keer had ik gezegd
dat ik bloemen haat
en heimelijk ruik ik aan de narcissen
en betast de tulpen.
Hoeveel keer had ik gezegd
dat mijn wonde niet pijn doet
en vanbinnen sterf ik
van de steken.
Hoeveel keer had ik gezegd
dat de dolk mij niet raakte
en naast mijn hart
ontstond er een litteken.
Hoeveel keer had ik wel gezegd
dat de vruchten niet rijp waren
maar toch at ik ze graag op.
Hoeveel keer had ik wel gezegd
dat de bodem niet rijk was
en toch gaf ik het wat vitaminen.
Hoeveel keer had ik gezegd
dat mijn ziel sterft
en mijn witte geest
nog steeds levend is.
Hoeveel keer had ik gezegd
dat mijn vlinders wegvlogen
en telkens als ik je zie,
ontstaan er weer rupsen.
Hoeveel keer had ik gezegd
dat mijn bel niet meer werkt.
Hoor ik de naam
en rinkelt het weer.
Hoeveel keer had ik gezegd
dat ik in duisternis leef
maar toch wel wat
warme kaarsen brandden.
Hoeveel keer had ik gezegd
dat ik allergisch ben aan de zon
en telkens weer de warmte voel.
Hoeveel keer had ik gezegd
dat het voorbij is
en alsmaar meer
van je hield...
Ingezonden door
Verwijderde gebruiker
Geplaatst op
09-04-2015
Over dit gedicht
Als je mij in vroeger dagen, vragen over de mysteries en geheimen van de liefde stelde, gaf ik zelfverzekerd antwoord, maar nu ze mij in haar sluier heeft gehuld niet...
Geef uw waardering
Op basis van 3 stemmen krijgt dit gedicht 3 van de 5 sterren.Social Media
Tags
VerliefdheidReacties op ‘Het naleven’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!