'T is nacht
T’ is tijd om te gaan slapen.
De sterren flonkeren in de lucht,
de hond ligt lui te gapen
er is nu geen gerucht.
‘S avonds als de mane schijnt
en ‘t land zijn ruste vindt
komt de tijd voor ’t bed.
De kindjes slapen onschuldig,
de volwassenen geduldig,
de natuur zijn wet.
De verlichting in de straat,
voor wandelaars gebaat
verspreidt zijn spookverhalen.
De laatste nachtuilen verdwijnen
alleen de lampen gaan nog schijnen
de blaren blijven nederdalen.
In de slaapkamer is het stil.
Het weinige licht schijnt kil
door de kieren van de ramen.
Ik slaap niet, voel me bang.
Het wakker liggen duurt te lang,
eens lagen we samen.
Nu lig ik hier alleen
met opgetrokken been
naar het plafond te staren.
Ik droom van vroeger tijd
met veel verdriet en spijt.
Ik herinner me jou gebaren.
Reacties op ‘'T is nacht’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!