vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Lofdicht aan de vrouw
Als vrouwen zijn als zonnestralen,
stralend over ons.
Met twinklend oog’,
veelzeggend als mening psycholoog.
Wie wordt daardoor nou niet verblind?
Als vrouwen zijn als waterdruppels,
zo teder en zo zacht.
Met lippen die vol liefde kussen
en veel bewisting blussen.
Wie kan zo’n liefdevol gebaar doortasten?
Als vrouwen zijn als treinen,
zo sterk en snel in één.
Met haastig’ woorden,
die tijdig niet storen.
Wanneer heeft zij nou geen gelijk?
D.
Reacties op ‘Lofdicht aan de vrouw’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!