Kloris en de draken
Een monster vol vuur en verdorven
was komen kruipen uit zijn stinkend krot
om maagden te gaan schaken en te korven
voor zijn verzameling in een diepe grot.
Een prinses, maagd nog en licht ook lief
was uit haar vaders hof bij het ommegaan
gegrepen door deze vliegende meisjesdief
en meegesleurd als zijn roversvaan
over velden, beemden en ’s herendreven
in angst en beven nageschouwd
door boeren en burgers en ander leven
dat daar op de akkers bouwt en sjouwt.
Dit hoorde Kloris, ridder stout en koen
en die ontstak in woede ende toorn.
en besteeg zijn ros voor eer en roem
omgorde zwaard en stak zijn hoorn.
Weldra schalde door het bomenwoud
Kloris zwaaiend met zijn klievende Kluiver:
‘Stuk drakengebroed jij wordt niet oud
ik breng je onafwendbaar lot, ja huiver’.
En zie daar was tussen hen gene vrede,
het zwaard zwiepte en de tanden blikkerden
bloed spatte in ’t rond zo hard werd gestreden
om het wicht haar huwbaar lijf en leden.
O, nee Kloris wankelt, haalt nog één keer uit,
net voor de vlammenmuil hem zal doen sneven,
treft Kluiver de strot waaruit het venijn nu spuit.
Zo, dat is het eind van een draconisch leven.
Moe maar voldaan herrijst daar onze held
uit het strijdtoneel om de dank te aanvaarden
van het prinsesje dat zo deerlijk werd gekweld
en haar gunsten misschien voor hem bewaarde.
Maar kijk nou, ze is lelijker dan ooit een draak
maar ook zeer lustig en zeker van besluit.
Ze heeft een man, geslagen aan haar haak
en ze sleept die haar bed in en deze sage uit.
Guido van Geel
Ingezonden door
Geplaatst op
02-01-2015
Over dit gedicht
Bruppp,,.... o pardon', zei de draak en liet een vuurtje.
Geef uw waardering
Op basis van 7 stemmen krijgt dit gedicht 3 van de 5 sterren.Social Media
Tags
Guidovangeel Heerhalewijn St.jorisReacties op ‘Kloris en de draken’
-
graag gelezen en gelachen!
fets - 03-01-2015 om 16:46