Luilekkerdroom

Er is een plaats
Daar wil ik altijd zijn
Er is een plaats
Daar is het altijd fijn
Kom maar met mij mee
Dan vertel ik jou mijn geheim

’s avonds in mijn warme bedje
Doe ik mijn ogen dicht
Ik tel stilletjes tot tien
Met de deken over mijn gezicht

Een, twee, drie, vier, vijf,
Zes, zeven, acht, negen, tien
Ik zie helemaal niemand meer
En niemand kan mij nog zien

In mijn hoofd doe ik mijn oogjes open
Met mijn oogjes nog dicht
En zie ik opeens in het donker
Een prachtig glitterlicht

Ik loop er zachtjes doorheen
Het kriebelt en kietelt zo erg!
Giechelend sta ik zomaar opeens
Boven op een berg

Op een grote dropjojo
Glijd ik van de berg af
De berg gemaakt van poedersuiker
Niets is daar gek of maf


Er zijn daar rivieren
Van limonade en cola
Daar staat ook nog een meertje
Van echte chocola

Met mijn kleren en al
Duik ik in dat bruine suikergoedje
Het kruipt tussen mijn tenen
Het druipt van mijn vrolijk snoetje

Ik lijk wel een chocoladereep
Maar dan wel één met nootjes
En op het meer van chocola
Varen bananenbootjes

In het midden groeit een boom
Met grote bogen als takken
Zo kun je, zelfs op je tenen,
Alles makkelijk pakken

Want aan het puntje van elk takje
Groeien de gekste dingen
Pannenkoeken, frambozentaart
IJsjes en milkshake,
Ja zelfs krakelingen!

Je kunt ballen met de zon
Met de regenboog touwtjespringen
Je kunt stuiteren met de hagel
Die wij uit de wolken vingen

We geven elkaar cadeautjes
We pakken het samen uit
Ik gaf jou een triangel
Jij mij een houten fluit

Samen met alle kindjes
Die daar ook mochten komen
Lopen we in een muziekoptocht
Tot ik moet ophouden met dromen

Mijn moeder roept mij wakker
Ik moet weer op gaan staan
Want de nacht is alweer voorbij
Het is tijd om naar school te gaan

Was het maar alweer avond
Want dan ga ik nog een keer
Naar mijn geheime luilekkerdroom
Daar zien we elkaar wel weer