vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Schemer
Na weelderig zonlicht,
Voor ’t komen duister,
Sudderend in ’t zicht,
Tussen rumoer en luister.
Als is ’t, die dag,
De gulden onderkant,
Van ’t verslag,
Dat vaag verzandt.
Zachte mijmering,
lichte melancholie,
een herinnering,
aan schone melodie.
Nog niet ’t eind,
Niet ’t begin,
De dag verkleint,
En sluimert zachtjes in.
Ingezonden door
Verwijderde gebruiker
Geplaatst op
29-01-2009
Geef uw waardering
Op basis van 6 stemmen krijgt dit gedicht 2 van de 5 sterren.Social Media
Tags
Dromerig OntspannenReacties op ‘Schemer’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!