Limericks over de tuinvogels 1 t/m 9
De Zanglijster
Een lijster uit ‘t zwoele Zwolle
hield van huisjesslak, de volle
had hij er een
Pats, op de steen
wat bleef van ’t huis, het holle.
De pimpelmees
Bij ’n pimpelmees te Utrecht
daar kon je voor ’n glas terecht
‘n deftig kandeel
in zijn prieel
met zicht op het gazon en Vecht
De Kraai
Een kraai uit Hasselt stad
die vloog en had altijd wat
’n speculaasje
of ‘n glaasje
uit zijn volle jenevervat.
De spreeuw
Een spreeuw uit het oude Brugge
was voor z’n baat ‘n hele vlugge
na slip in ‘t Zwin
weg zijn gewin
liet hij de reien aan de muggen.
De roodborst
Een roodborst uit Drenthe Assen
was ‘oerend’ hard aan ‘t gassen
reed koeien plat
zei: ‘Zal me wat,
laat ze op zichzelf passen’.
De koolmees
Een koolmees uit Groningen
hield van bolle vette dingen
en van een hokje
met gat en stokje
daar wou hij wel wat voor zingen.
De zilvermeeuw
Een zilvermeeuw in de stad van Gent
stond voor het paneel U wel bekend
maar iets echters
dan die rechters
had hij bij zijn neef J. van G. herkend.
De merel
Een zwarte lijster uit Leeuwarden
die bij ‘n ‘boe’ al totaal verstarde
(dus voor het loeien
van de koeien)
was voor de pieren ‘n echte harde.
De heggenmus
Een heggenmus onder in Den Haag
zocht daar iets voor in zijn maag
hij pikte hier
hij pikte daar
maar wat hij pikte, is de vraag
Guido van Geel

Ingezonden door
Geplaatst op
05-11-2014
Over dit gedicht
'De vogel is gevlogen', zei de cipier en keek de ekster na.
Geef uw waardering
Op basis van 7 stemmen krijgt dit gedicht 3 van de 5 sterren.Social Media
Tags
Guidovangeel Hoofdsteden Limerick Tuinvogels.Reacties op ‘Limericks over de tuinvogels 1 t/m 9 ’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!