1001 Gedichten

1001 gedichten

Zet ook uw gedichten op 1001Gedichten.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Spelling en grammatica: Hulp nodig bij analyse gedichten

1
datum 02-07-13 10:20
startpost
Luuk033
avatar Berichten: 1
Beste leden,

Enkele gedichten vi-
nd ik moeilijk toe te lichten,
Hulp is hierbij gevraagd
Want ik ben behoorlijk uitgedaagd.

Ik heb hier enkele gedichten die ik voor mijn examen moet benoemen, nou ben ik (voor mijn gevoel) aardig op weg, maar ik weet niet zeker of alles klopt en of ik dingen mis. Ik hoop dat iemand mij hierbij kan helpen.

Het gaat om de volgende gedichten.

Luchtspiegeling

Midden in deze woestenij |a
Van zon, stenen en droog gewas |b
Zie ik opeens mijn eigen land |c Terzine / terzet
- onaangetast door deze brand: |c
Bleek water, mist over een wei, |a
Zie ik hoe koel en zacht dat was. |b sextet

IJl als de dunne, dode maan, |c
Die overdag is blijven staan, |c
Maar meer dan een herinnering, |d terzine / terzet
Begeerlijker dan enig ding |d
Zie ik het verre water blinken, |e
Trachten mijn ogen het te drinken. |e sextet

Rijm: volrijm(staande rijm, slepende rijm). Halfrijm (assonantie),
Enjambement: geen enjambement.
Strofebouw: 2x terzet = sextet) 2x sextet
Beeldspraak: ja
Metrum: U-|U-|U-
Thema: Het verlangen naar haar eigen land.
Stijlfiguren: geen
Dichtsoort:
Metrum:
-----------------
Herfst

Toornige vreugde doet mij rechtop gaan |a
dwars door de herfstige plantsoenen |b
waar in het nat verwilderd gras |c
rillend naast de zwarte plas |c
een troep verregende kalkoenen |b
verworpen, onheilspellend staan. |a

De wind schuift in de glazen wolken |d
lichtende wakken hemel open |e
en wervelt glinsterende kolken |d
omhoog uit gele bladerhopen. |e
Als gevallen englen hokken |f
door geen zon meer te verzoenen |g
in een somber dreigend mokken |f
daar mijn broeders de kalkoenen. |g


Rijm: volrijm(glijdende rijm, slepende rijm, staande rijm) halfrijm, alliteratie
Enjambement: nee
Strofebouw: 1 sextet, 1 octaaf
Beeldspraak: ja
Thema: De link tussen de schrijfster haar gevoel en de herfst. In de herfst hangen de bladeren zo levenloos totdat ze er af vallen, zo voelt de schrijster zich ook.
Stijlfiguren:
Dichtsoort:
Metrum:
--------
Kind in het licht

Licht in de witte gordijnen |a
licht-wieren langs de muur |b
licht-stranden aan het plafond.|c
En nog blinkender dan het licht |d
het klein benieuwd gezicht |d
de ogen poeltjes blauw vuur... |b
Witte vingertjes verschijnen, |a
haken gretig uit de zon |c
onzichtbare zó dunne haren |e
van het paard van Phaëton. |c

Rijm: alliteratie, volrijm (glijdende rijm, staande rijm)
Enjambement: geen
Strofebouw: 2 x kwantet
Beeldspraak: ja
Thema:
Stijlfiguren:
Dichtsoort:
Metrum:
---------
Angst

Ik ben voor bijna alles bang geweest: |a
voor ’t donker, voor figuren op het kleed, |b
voor stilte, voor de schorre kreet |b
van de avondlijke venter, voor een feest, |a
voor kijken in de tram en voor mezelf. |c
Dat zijn nu angsten, die ik wel vertrouw. |d
Er is één ding gekomen, dat ik boven alles vrees |e
en dat mij kan vernietigen; dat ik bedelf |c
onder een vracht van rede, tot het wederkeert: |f
dat is het nuchtere gezicht van mijn mevrouw |d
wanneer zij ’s morgens in de kamer treedt |g
samen met het ontluisterd licht en dat ik weet |g
wat ze zal zeggen: nog geen brief, juffrouw. |h

Rijm: alliteratie, volrijm( staande rijm, slepende rijm) halfrijm
Enjambement: geen
Strofebouw: 1 x sextet, 1 x septet
Beeldspraak: ja
Thema: angsten van de ik persoon, met veel angsten kan ze leven, maar de angst om alleen te blijven is het meest.
Stijlfiguren:
Herhaling
Hyperbool: overdreven om voor bijna alles bang te zijn.
Beeldspraak: “dat ik bedelf onder een vracht van rede”(dat er zoveel tegen haar gesproken wordt)
Personificatie; “wanneer ... licht” alsof het licht een persoon is
Dichtsoort: vrij vers (gedicht zonder vaste regelmaat)
Metrum:
--------
De weg terug

De avond kwam; de avondspin |a
had ons onmerkbaar ingesponnen. |b
Alles stond stil en geronnen |b
minuten stroomden niet meer in. |a
We lagen naar het plafond te kijken, |c
dat was ook leeg; ik werd zo bang, |d
ik had één strakke koude wang, |d
we lagen roerloos als twee lijken... |c
Toen, in dit strak-gespannen niet, |e
opeens van zeer dichtbij de regen, |f
stil slikkend langs het raamkozijn. |g
Ontdooien van het vast verdriet |e
en o de pijn om te bewegen |f
om niet meer dood te mogen zijn. |g

Rijm: halfrijm, volrijm (glijdende rijm, staande rijm, slepende rijm)
de kwatrijnen zijn omarmend, de terzetten zijn verspringend.
Enjambement: Er zit geen enjambement in omdat de zinnen netjes aflopen.
Strofebouw: 2 kwatrijnen (octaaf), 2 terzetten (sextet).
Beeldspraak: ja
Thema: het lege plafond beangstigd de ik-persoon. De regen verstoord het niets. Ze is bang om te bewegen.
Stijlfiguren:
beeldspraak; de avondspin is geen echte spin, we lagen roerloos als twee lijken.
Tautologie; strak en gespannen betekent hetzelfde.
Dichtsoort: Sonnet (14 regels, 2 kwatrijnen, 2 terzetten, wending van de tijd die stilstaat naar dood zijn.
Metrum:
Volta: begint in: “toen in dit straks-gespannen niet.”
datum 09-02-14 23:41
reactie 1
Bartart
avatar Berichten: 262
Er is wel degelijk enjambement in sommige gedichten. Lees de gedichten eens op in je hoofd, je zal al snel merken dat de schrijver op sommige punten een beetje vreemd naar een
volgende regel
over is gegaan. Vaak is er door zo'n vreemde overgang opeens een multi-interpretable zin onstaan.

Neem bijvoorbeeld dit stuk:

Maar meer dan een herinnering
Begeerlijker dan enig ding
Zie ik het verre water blinken

Hier heeft de dichter gezorgd dat "begeerlijker dan enig ding" op zowel de herinnering als het verre water kan slaan.

Verder moet je met de thema's oppassen dat je er geen dingen bij gaat verzinnen. Bij Herfst heb je het over levenloze bladeren, maar daar wordt niks over gezegd in de tekst. Probeer eerder op dingen te focussen die, hoe abstract ook, terugkomen in de tekst.

"Toornige vreugde doet mij rechtop gaan"
en
"en wervelt glinsterende kolken (overigens weer enjambement hier)
omhoog uit gele bladerhopen."
Deze regels delen bijvoorbeeld het omhoog komen, bij de schrijver door toornige vreugde, bij de bladeren door de herfstwind. Hieruit zou je kunnen halen dat ook de toornige vreugde met de herfst verbonden is.

Strak-gespannen is overigens geen tautologie en zelfs als er dubbelzeggingen zijn dan is dit vaak zo bedoeld. Het hoort trouwens zonder streep, maar ook dit is met opzet gedaan, zo geeft hij de twee worden een eigen betekenis. Met strak kan bedoeld worden dat het netjes, goed gesloten, strak is, terwijl gespannen juist een sfeer benadrukt.

Vooral thema is belangrijk. Verzin nooit wat, probeer dingen aan te halen die ook daadwerkelijk in de tekst voorkomen. Succes

-Bart
Naar boven

1

Reageren op: Hulp nodig bij analyse gedichten

Reageren is alleen mogelijk als u ingelogd bent, klik hier om in te loggen. Heeft u nog geen account? Klik dan hier om u te registreren.