1001 Gedichten

Wouter Godijn werd geboren in 1955 en behoort inmiddels tot de meer bekenden binnen de moderne dichters van Nederland. Hij debuteerde ooit overigens met een roman, niet eens met een gedichtenbundel. Zijn debuut vond plaats in 1997, waarmee we kunnen spreken van een regelrechte laatbloeier. Inmiddels heeft hij verschillende bundels gepubliceerd en werd ‘De karpers en de krab’ uit 2003 genomineerd voor de VSB-Poëzieprijs. Hij heeft de prijs helaas niet weten te winnen, maar het heeft Wouter Godijn wel laten zien dat hij op de goede weg is en steeds meer lezers aan zich weet te binden.

Tegenstelling

Binnen het werk van Wouter Godijn komen we vooral een belangrijke tegenstelling tegen, tussen het verhevene en dat wat we iedere dag tegenkomen. Hij zet dit neer als het mooie en het lelijke, iets waar we vervolgens dieper over na kunnen denken. Het mooie van Wouter Godijn is dat hij dit op een heel komische manier neer kan zetten, maar hij aan de andere kant heel wrang kan presenteren wat we allemaal als ‘gewoon’ aannemen. Ook maakt hij in de gedichten gebruik van spreektaal en flauwe tussenwerpsels, waardoor het taalgebruik een belangrijk element binnen het werk van Wouter Godijn is.

Filosofische werken

Daarnaast zit er een bijna filosofische waarde in de gedichten, aangezien het vaak de vraag is hoe we het leven dienen te aanvaarden. Is het mogelijk om dit te aanvaarden, of heeft het geen zin meer en zijn we gedoemd om uiteindelijk te mislukken? De ironische levenshouding van Wouter Godijn zorgt ervoor dat de gedichten voor sommigen louter vermoeiend werken, terwijl anderen er genieten van de kijk op de wereld om ons heen. Het is knap hoe Wouter Godijn de onverzoenlijkheid met het leven zowel wel als niet serieus lijkt te nemen, afhankelijk van het gedicht dat hij schrijft.