1001 Gedichten

1001 gedichten

Zet ook uw gedichten op 1001Gedichten.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Jacob Cats

Jacob Cats Volledige naam: Jacob Cats
Geboren: 10 november 1577
Overleden: 12 september 1660

Jacob Cats was de vierde zoon van een redelijk onbekende regentenfamilie uit Zeeland. Hij was goed opgeleid en volgde de Latijnse school in Zierikzee en daarna studeerde hij Rechten aan de Universiteit Leiden. Zijn carrière verliep voorspoedig en Cats werd pensionaris in Middelburg, Dordrecht en later nog raadspensionaris van Holland - één van de hoogste functies in die tijd. In 1651 stopt hij echter met al zijn publieke functies en focust zich geheel op het schrijven.

Jacob Cats staat vaak ook wel bekend als ‘vadertje Cats’, omdat hij heel veel spreuken en gedichten met moraliserende inhoud schreef. Het bekendste voorbeeld hiervan is de bundel ‘Sinne- en Minnebeelden’. Deze bundel bevat korte bijschriften van Cats bij prenten van Adriaan van de Venne. Al die prenten worden door Cats uitgelegd met een duidelijke morele en vaak ook religieuze strekking. Deze trend zette zich eigenlijk zijn hele carrière als dichter voort. Hierdoor werd Cats de ‘dichter van de burgerlijke samenleving’, die aandacht gaf aan allerlei moralen, zoals die van het huwelijk en de opvoeding van kinderen. Een erg populaire bundel werd ‘Alle de wercken van Jacob Cats’, uit 1655. Deze bevatte zeer veel geschriften en afbeeldingen, waarin een gematigd bestaan en goede deugden de belangrijkste thema’s zijn. Het werd door sommige mensen zelfs als ‘tweede bijbel’ opgevat.

Niet iedereen was echter zo’n fan van Jacob Cats. Enkele collega’s van hem, zoals de bekende Vondel of P.C. Hooft, moesten weinig hebben van de belerende werken van Cats. Vondel heeft zelfs een hekeldicht over Cats geschreven. Dit zal hem echter niet heel veel gedeerd hebben; bij zijn dood liet Cats een vermogen van 2 miljoen gulden achter, een onvoorstelbaar bedrag in die tijd. En vele van zijn spreuken en uitdrukkingen gebruiken wij nog steeds, zoals: ‘al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel’.