Frans Bude
Volledige naam: Franciscus Hyacinthus Gerardus Antonius
Geboren: 28 december 1945
Frans Budé debuteerde op drieëntwintigjarige leeftijd met gedichten in Elseviers
Weekblad. Zijn debuutbundel Vlammend marmer verscheen pas jaren later, in 1984, bij
het gerenommeerde uitgevershuis Meulenhoff, waaraan hij tot op de dag van vandaag
verbonden is. Van Budé verschenen tot nu toe dertien dichtbundels, een novelle en een
boek met beschouwend proza.
Budés grote belangstelling voor beeldende kunst is terug te vinden in zijn poëzie (hij
schreef veel gedichten bij beeldend werk) en in de talrijke teksten die hij bijdroeg aan
catalogi van beeldend kunstenaars. Een deel daarvan werd gebundeld in Het perfecte
licht. (1999). Werk van hem is meermaals op muziek gezet. Daarnaast zijn er gedichten
van hem vertaald in het Frans, Duits, Engels, Spaans, Pools, Chinees en Indonesisch.
Tot de meest recente dichtbundels horen Bestendig verblijf (2010), Transit (2012) en
Achter het verdwijnpunt (2015). In 2005 verscheen de novelle Afrit, medio 2016 volgt een
roman: De dagen.
Meer en meer houdt Frans Budé zich bezig met de eindigheid van het bestaan, en staat
hij in zijn onderzoek naar sterfelijkheid en verlies vol vitaliteit en zeggingskracht stil bij de
schoonheid die het leven biedt.
In zijn essayboek De schrijver als hoofdpersoon (De Bezige Bij, 2015) zegt Cees
Nooteboom over Budé: (Zijn werk) heeft iets verborgens, een stille wereld van
verschuivingen, van bijna geluidloze bewegingen waarin de taal een eigen muziek maakt
die bestaat uit een doorzichtig bouwwerk van nuances waarin je gedwongen wordt heel
voorzichtig en nadenkend rond te gaan om je aan de heersende geluidloosheid aan te
passen. Hier schreeuwt niets, terwijl het toch over grote themas gaat (...). Het is alsof er in
een andere kamer, vlak naast je, muziek gespeeld wordt die bestaat uit omkeringen en
herhalingen, con moto, en met een heel eigen syntaxis, een hoogst particuliere zinsbouw,
waardoor de zinnen eerder fluisteren dan hardop spreken.