1001 Gedichten

1001 gedichten

Zet ook uw gedichten op 1001Gedichten.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Print dit gedicht
vorige gedicht

Hemelstedelingen. [Italo Calvino]

Le città invisibili [De onzichtbare steden] [1972] -- Italo Calvino --
[Negende druk 2006, blz. 85]

-- Bauci hag he lagadoù --

An neb a veaj da Vauci,
an hini-se a ya seizhtez-pad dre dachenn goadeg
anez da neuze gwelout ar gêr pa erruas.
Ar gêr a zo harpet gant stellajoù dreut,
hag a sav en aer war un hed pell an eil diouzh egile
ha ya diwar wel dreist ar c'houmoul.
E skeulioù e zo d'ar gouviidi da bignat d'an nec'h.
Ral a wech ez int ar gêriz gwelet war an douar:
eno en nec'h e zo pep tra dija, ha zo ezhomm outo
ha rak-se 'zo gwelloc'h dezho nompas dont d'an traoñ.
Tra ebet ar gêr a stek ouzh an douar,
nemet an hir garennoù-flammeg-se,
ma harp ar gêr warno, hag en devezhioù gaer
e taolenn ar gêr he adskeudenn zu,
gognek ha leun a beñselioù skedus,
war ar goadeier glas.

Wie reist naar Bauci, // die gaat zeven dagen lang door bebost gebied // zonder dan bij aankomst de stad te zien. ["zonder dan zien de stad wanneer hij/zij-is-aangekomen"] // De stad wordt onderstut door ranke stellages, // die de lucht in rijzen op een afstand ver van elkaar // en raken buiten ["gaan uit"] zicht boven de wolken. // Op ladders moeten de gasten de hoogte in klimmen. ["in ladders is-het aan de gasten te klimmen naar de hoogte"] // Zelden ziet men de stedelingen op de grond: ["zelden van keer zijn de stedelingen gezien op de grond/aarde"] // daar boven is alles al, wat ze nodig hebben ["daar boven is elk ding al, die is nodig aan-hen"] // en daarom hebben zij liever niet, dat zij naar beneden komen ["en daarom is beter/liever aan-hen niet komen naar het beneden"] // Niets van de stad raakt ["stoot aan"] de grond, // behalve die lange flamingo-benen // waarop de stad stut ["waar stut de stad op-hen"] en op ["de"] mooie dagen // tekent de stad haar zwarte evenbeeld af, hoekig en vol lichtende lappen, // op de groene bossen.

Teir goulakadenn a zo bet imbroudet diwar-benn
ar gêriz-se an neñvoù:
-- e reer magañ kasoni ouzh an Tir;
-- e reer kement doujañ dezhañ,
m'en em ziwaller diouzh pep kenstok;
-- e reer karout anezhañ evel ma oa kent ma oad
hag ez eus c'hoant dezho imbourc'hiñ anezhañ pervezh
a-dreuz pellunedoù ha pellsellerioù
buket d'an draoñ warnañ,
delienn ha delienn, merienenn ha merienenn,
anez biken skuizhañ o vamañ outañ,
e-pad ma arvester o ezvezañs o-unan
gant estlammadennoù.

Drie hypothesen zijn uitgedacht ["geworden"] over // die stedelingen der hemelen: // -- dat men haat koestert tegen de Aarde; // -- dat men haar ["hem"] zozeer respekteert ["vreest/gehoorzaamt"], // dat men zich hoedt voor ieder kontakt // -- dat men haar ["hem"] liefheeft zoals zij ["hij"] was vóór[-dat] men [er] was // en dat zij begeren ["er is begeerte aan-hen"] haar ["hem"] te onderzoeken helemaal // door[-heen] verrekijkers en teleskopen // gericht ["gelijk geweren en kanonnen"] omlaag naar haar ["hem"], // blad voor ["en"] blad, mier voor ["en"] mier, // zonder ooit moe [te] worden [van] haar ["hem"] te bewonderen, // terwijl men de eigen afwezigheid gadeslaat ["men-toeschouwt hun afwezigheid hun-eigen"] // met uitingen van verwondering/verbazing/fascinatie.

[Troidigezh gant 白狐]

ipv. "reer" ['ré:-èr] > "raed" [rè:t]
e raed magañ = dat men zou(-doen) koesteren
e raed kement doujañ = dat men zozeer zou(-doen) respekteren
e raed karout = dat men zou(-doen) liefhebben

vorige gedicht
Toevoegen aan favorieten

Ingezonden door

Geplaatst op

Geef uw waardering

Op basis van 3 stemmen krijgt dit gedicht 2 van de 5 sterren.

Social Media

Tags

Aarde Afwezigheid Hemel Liefde Oog Stad

Reacties op ‘Hemelstedelingen. [Italo Calvino]’

Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!

Reageren

We gebruiken uw gegevens alleen om te reageren op uw bericht. Meer info leest u in onze Privacy & Cookie Policy.

Wilt u direct kunnen reageren zonder elke keer naam en e-mailadres in te voeren? Meld u hier aan voor een account!

Hemelstedelingen. [Italo Calvino]