Broer Konijn en de botsing

Broer Konijn was aan de huppel,
gewoon wat huppelen zonder zorgen.
Hij dacht niet aan de dag van vandaag
en helemaal niet aan die van morgen,
alleen aan iets voor in zijn lege maag,
daarvoor sprong hij over heg en greppel.

Zo kwam hij op een weitje aan
met klaver, gras en paardenbloemen
zelfs met madeliefjes tegen ereprijzen,
eigenlijk te veel om op te noemen
aan heerlijke, verse knabbelspijzen.
Hij liet ze dan ook niet langer staan.

Maar hij stond niet alleen aan dat buffet
rondom hem loerden nog drie paar ogen
en die zagen hem meer als het gerecht
ze waren over zijn malsheid opgetogen
en vonden hem als maaltje lang niet slecht.
Zo werd hij door drie rovers op de kaart gezet.

Toen tegelijkertijd zetten zij de vaart er in,
op naar die schotel konijnenbillen.
Van drie kanten kwamen zij aangerend
met één gedachte; ‘het konijn te villen!’
Een wedloop nooit vertoond en ongekend
met als prijs zat Broer Konijn er middenin

te eten, maar hij at met oog en oren open,
hij nam een 'zig' en een 'zag' en grote duik
en landde veilig onderin een bramenstruik.
Helaas de drie waren niet meer te stoppen
en kregen 'klapstuk met gebutste koppen'.
Broer nam nog wat toe en is naar huis gelopen.

Guido van Geel

© Copyright guido

Ingezonden door

guido

Geplaatst op

26-09-2014

Over dit gedicht

"Broer Konijn ....." , zei een leerling op Houten planken en men hoorde toe op Houten banken.

Tags

Diergedicht Fabel Guidovangeel Stripfiguur