De beren en een koude kermis

Twee beren van het type ‘samen smeren’
zaten op een bankje.
Het waren net twee dikke, nette heren
met tussenin een mandje.

Een mandje met een koude kip
en wat droge worst,
broodjes, boter en wat voor de nip,
dus eten en geen dorst.

Maar verderop in hetzelfde bos
was een kleedje leeg.
Het was daar van ‘de beer is los’
en ‘o wee, die dit deed’.

Zo gaat dat als men graaien kan
en stelen noem je bonus.
Als je sterk bent, dan neem je ’t ervan,
je pakt zonder kapsones.

En de bestolene moet gewoon niet zeuren,
het is toch alleen maar jaloezie.
Als je op de grond ligt, kan zoiets gebeuren,
‘Toptalent’ komt en dan foetsie.

Guido van Geel

© Copyright guido

Ingezonden door

guido

Geplaatst op

21-08-2014

Over dit gedicht

'Je ziet weer beren op de weg', zei de man tegen zijn vrouw en reed een egeltje dood.

Tags

Dierengedicht Fabel Guidovangeel