De Oorworm en de Boekenworm

Een oorworm lag loom te luisteren naar
het geklop in de oude balkenlaag
het ging maar door, geregeld en gestaag.
Hij luierde en wist van geen gevaar.

Soms kraakte en kreunde er iets daar boven
en daalde er een stoffig wolkje neer
niet alle dagen maar toch keer op keer.
Zo raakte alles grijs en dik bestoven.

Tot er een boekenworm die daar ook woonde,
(een houtworm maar dan intellectueel)
in de grote Larousse het derde deel,
zich op een dag daar uit de band vertoonde

en na te zien de vermolmde boekerij
zich vlug weer zette aan zijn filosofen.
Wat later toen het dak eraan ging geloven,
at hij net Heracliet zijn Panta Rhei.

Guido van Geel

© Copyright guido

Ingezonden door

guido

Geplaatst op

17-06-2014

Over dit gedicht

'Er zijn horenden doof en zienden blind', zei de gids en liet er een vliegen.

Tags

Fabel Guidovangeel