De foute kikker (2)

Er was eens een prins,
en die prins wilde een draak bevechten.
Maar dat ging niet.

Er waren wel draken.
Die vlogen hoog in de lucht.
Of hielden een winterslaap.
Een slapende draak bevechten is niets voor de koene prins.

Waar zijn toch de draken die kastelen bewaken?
De prins zat verzonken tussen grazende koeien.
Als een wonder sprak een der koeien hem toe.
“de foute kikker, vol wratten, lelijk en groen.”

“Praat toch niet zo raar, jij gekke koe.”
Fier stond de prins op en vervolgde zijn weg.
Over hoge bergen en door diepe dalen.
Helaas, er viel geen draak te verslaan.

Geen mens kon hem helpen.
Elk dorpje, elke stad.
Niemand wist raad.
Niemand?

Rustend bij een boer overzag de prins zijn probleem.
Hoe moet ik mijzelf nou ooit bewijzen tegenover mijn onderdanen?
“De foute kikker, overspoeld met puisten en zwarte bedorven plekken.”
Geschrokken sprong de knappe prins overeind.

Alweer een koe die sprak?!?
Ik word gek.
Mijn dagen zijn geteld.
Verward ging hij verder op stap.

Plots was daar in de verte een snikkend geluid te horen.
Als stoere prins ging hij er direct op af.
Wie weet moest de huiler wel gered worden van een draak.
Maar het was een grote huilende, vies glibberende kikker.

“De foute kikker, het is waar!” riep de prins opgetogen
Snel liep de prins op hem af.
“Waarom zijn er geen vechtende draken meer?”
“Dat weet ik niet,” jammerde de kikker.

“Al dat ik weet is dat ik nooit als jij, zo'n mooie prins zal zijn.
Ik heb alle prinsesjes opgegeten, met huid en haar.”
“Ik zal je doorklieven met mijn zwaard!” Riep de prins
“Heb medelijden, alstublieft, omdat ik altijd zo lelijk blijf.”

Daar zit wat in dacht de prins.
Hij was immers zelf ook ooit een kikker.
“Maar weet je echt niks van de draken,” vroeg de knapperd.
“Beloof me, dat je mij niet doorklieft.”

De prins beloofde dat.
En toen sprak de kikker.
“Doordat ik alle prinsessen heb opgegeten,
hebben de draken niks om voor te vechten.”

Wat was de prins woedend.
Had hij hem maar niks beloofd.
En zo eindigde de prins zittend naast de kikker.
Beide huilend aan de rand van een plas.

“Nooit meer zal ik prins worden,” jammerde de kikker.
“Nooit meer zal ik een draak bevechten,” jammerde de prins.

© Copyright Bart Streok

Ingezonden door

Bart Streok

Geplaatst op

07-01-2013

Tags

Kikker Koe Prins Sprookje