De verrekijker
Toen ik de man
met de verrekijker zag
keek ik van verre in de kijker,
voor de kijker dichtbij.
Zag ik hem knipogen
of kneep hij een
oog dicht voor de kijker.
Hij was te ver weg voor mij.
Ik liep hem tegemoet,
hij moet mij scherper
hebben gezien,
toen hij me overeind hielp
zag ik hem van dichtbij,
de verrekijker leek
een oogje dicht te knijpen
toen hij een oogje kreeg op mij.
© Copyright Coby Poelman-Duisterwinkel
Ingezonden door
Coby Poelman-Duisterwinkel
Geplaatst op
20-11-2008
Over dit gedicht
verzonnen