Gezicht.
Gezicht.
Bossen, velden en hei
ik liep er langzaam, niemand aan mijn zij.
In de overgang naar het felle licht
zie ik een gezicht.
Ik doe een greep naar dat iets
een greep in het niets.
En toch zie ik je duidelijk staan
ik doe mijn ogen dicht en laat ze weer open gaan.
Ik zie je niet en toch ben je daar
ik zie je niet en toch ben je voelbaar.
Ik roep je naam heel zacht en fijn
je moet het wezen, je moet het zijn.
Ik krijg geen antwoord
het is net of het bos, mijn roepen smoord.
Met een zucht van geluk
word ik wakker, mijn dag kan niet meer stuk.
© Copyright Verwijderde gebruiker
Ingezonden door
Verwijderde gebruiker
Geplaatst op
23-11-2011
Over dit gedicht
gewoon een droom.