de leijke heks
In een donker huis met één klein raam
ging Trien de heks voor de spiegel staan.
Zij had zichzelf nog nooit gezien
en dacht: 'k Ben vast wel mooi, misschien
nog mooier dan een zeemeermin
met krullerig haar met goud erin,
zachte wangen, teer en rond
en witte tanden in mijn mond.
Ze bekeek de vrouw in het spiegelglas
en kon niet geloven dat zij het was.
Zo'n mormel met een haviksneus
was zij dat echt, was zij dat heus?
Eén grote tand in een brede mond
en vierkante wangen, in plaats van rond.
"Bah, wat een griezel!" riep zij luid,
"Weg met die spiegel, het venster uit!"
© Copyright Isabelle Korsten
Ingezonden door
Isabelle Korsten
Geplaatst op
19-12-2009
Over dit gedicht
je kan het ook als liedjes gebruiken