Zieke krielkip
Ook ik droomde van de Waddenzee.
Dus liftte ik met een Rotgans mee.
Van Siberië, via Polen en Duitsland naar de Wadden.
Omdat vogels daar nog geen griep hadden.
De Wadden is een paradijs voor vogels.
Die gaan er daar niet aan door kogels.
Ik ben een virus, H5N1, een plaag.
Ben ik welkom op de Wadden? Dat is mijn vraag.
De Rotgans heeft me in Nederland afgezet.
Nu heb ik een krielkip besmet.
Ik zit bij een zieke krielkip onder de leden.
Maak haar maar af, je hebt een goede reden.
Wees zuinig op de Wadden, laat mij niet leven.
Mensen zijn te laks, je moet me geen kans geven.
© Copyright Willem J. Bod
Ingezonden door
Willem J. Bod
Geplaatst op
19-11-2009
Over dit gedicht
Ik schreef dit gedicht naar aanleiding van de pentekening 'Zieke krielkip' van Hein van den Boomen.