Sonnet van een zot

Niks geen paar’len voor de varkens of de zwijnen.
Heel gewoon, wat goed is moet ook goed blijven.
Een mooi en goed sonnet in velden en lijnen,
moet je in alle vrijheid kunnen schrijven.

Tellen en hertellen, alle lettergrepen,
alle woorden telkens op nieuwe regel.
Dan weer elf en dan weer twaalf heb ik begrepen
Precies genoeg woorden op een wandtegel.

Gooi mijn paar’len voor de varkens en de zwijnen.
Zit ik hier maar te zwoegen en te zweten,
Zie ik straks mijn geesteskinderen verdwijnen.

Hoe kostbaar ze waren zal niemand weten.
Ach, zo is nu eenmaal mijn droevig poëtenlot.
Als ’t niet anders wordt, schiet mij dan kapot.

© Copyright Verwijderde gebruiker

Ingezonden door

Verwijderde gebruiker

Geplaatst op

01-04-2009

Over dit gedicht

niet ieder sonnet behoeft en ton te wegen

Tags

Geinig Metrumloos Schraapsel Slecht