Onder zwaluwenzang
Al dartelend als koorknapen in het malse gras
na de hoogmis in stoffig land van tabak en vlas,
onze lijven elkaar schurend, vuisten gebald,
spelend, verkennend, vergetend elke last.
.
In weeë rottende geur op vale grond,
waar beslist een vlaskapelletje stond,
konden wij vurig ravotten en slalommen rond
met ’n verdorven wolk tot binnen onze kont.
.
De dode eiergeur in schuren van roters
waar we speelden als verdorven koters
en hoorden die zang van laag en hoog
van zwaluwen voorspellend nat en droog.
.
Hoe klonk hun kwetterzang voorgoed voorbij
verloren vernederd, haasjes van moderne klei
hoe oogde hun vlucht een laatste zucht,
hun kreet al stervend in de blauwe lucht.
.
Daar waar de lome Leie ademde in vlas
liepen Wielsbeke en Harelbeke in de pas
kwam men wind- en watermolens tegen
en vroegen boeren intens om Gods regen.
.
Daar waar de zwaluwen eeuwig spelen
en boeren hun aalkarren tijdig legen,
zijn koorknapen een herinnering in vlasdroge vegen
en komt men hun wulpsheid nog zelden nog tegen.
© Copyright Autisme Storm
Ingezonden door
Autisme Storm
Geplaatst op
12-06-2021