Augustus 1975

Uit 'Het romantisch avondmaal'

Je had van die warme avonden boven de stad
terwijl in de verte de zon bezig was onder te gaan
waar mensen naar keken die liepen op het strand
Jij en ik fietsten over een slingerend schelpenpad.

Allengs werd de stad een lichtende koepel in de nacht
waar nog verder daar achter de late maan wazig rees
terug het schelpenpad knarste als een wittig lint
wisten wij van geen dingen die stonden ons in de wacht.

Het alweer licht begon te worden de stad nog wat had
om weer een zomerse dag mee te beginnen, wij
samen ergens elkaar hielden naar de ochtend voorbij
en de rest zat nog verder daar vandaan in een gelagerd vat.

Guido van Geel

© Copyright guido

Ingezonden door

guido

Geplaatst op

14-05-2021

Over dit gedicht

'Zullen we nog wat drinken', zei jij en ik dronk ook de wijn.

Tags

Guidovangeel Liefde Tijd