een dagje naar het strand
(uit ‘verdrinkwater’)
tintel in je benen
als de eerste zoute zee
de je de handen schudt
aangenaam het zand
dat onder je voeten weg spoelt
het strand
probeert je vast te houden
maar de branding roept
dan ga je dieper
wel tot de knie
maar ik voorzie een mui
en roep je naam
niet te diep
het is gevaarlijk
maar waarlijk je gaat toch
verder naar het monster
ik zie je vallen
alsof iemand je duwt
kopje onder
als je boven komt
is je hoofd veel kleiner
je zwaait met je armen
iemand op het strand zwaait terug
een vader rent zo hard hij kan
zolang hij kan
dan zwemt hij verder
tot hij bij je is
verbeten sleurt hij je opzij
hij kent de zee
weet hoe verraderlijk en onbetrouwbaar
de vriendelijke golven zijn
onder water
hij weet
de zee kan plezieren
maar waar de dood schuilt
zal ze zeebankieren.
© Copyright Istvan Koning
Ingezonden door
Istvan Koning
Geplaatst op
13-08-2020
Over dit gedicht
onachtzaamheid en uitdaging is geen combinatie