
Krantenbericht
Hij lag daar roerloos op de grond,
't kwam door zijn veel te grote mond.
Eindelijk was er iemand voorbijgekomen
die zijn praatjes niet langer had genomen.
Vanaf heden is hij compleet verstomd.
Hij was steeds de gebraden haan
en dacht niemand kan mij toch aan,
dus kan ik doen wat ik maar wil.
Maar nu, na een afgrijselijke gil
zal hij naar het mortuarium gaan.
Rita Arends
© Copyright rita arends
Ingezonden door
rita arends
Geplaatst op
16-09-2019
Over dit gedicht
met dank aan Drs P