GEZINLOOS

Een vrouwtjes merel zat voortdurend
op haar nest
Haar eitjes te bebroeden
Als het regende of de zon scheen
Ze kon niet om haar nestje heen
Opstandig dacht ze
Hoe kom ik in Godsnaam
Een volgende keer
Af van dat broeden
En ook van vier of meer jongen
op te voeden
Ze dacht lang en diep na
Na een tijdje wist ze het
Als het effe kan
Zoek ik volgend jaar
Een impotente of gesteriliseerde man




GERARD SPAN

© Copyright Gerard Span

Ingezonden door

Gerard Span

Geplaatst op

09-02-2019

Over dit gedicht

Dit is één van mijn dierengedichten.

Tags

Broeden Eitjes Nest