Paddentrek

Daar gaat ze ..
Het doek wappert in de wind
en ik denk: ‘Oh mijn God, dat lieve kind’

Ze passeert me met een spleetje
Een ranke slanke schoonheid zonder haar
en ik bedacht: ‘Was jij mijn verleden maar’

Ik keek haar na
Ze viel op tussen al die oude vrouwen
Ik dacht: ‘Gesluierde processie in de wind’
voor Jouw God, mijn lieve kind

Wat een verschijnen
Ik dacht: ‘Een lach kun je niet doen kwijnen’
en ik dacht nog veel meer:
‘Wanneer kruist jouw pad het mijne weer’

Weg was ze, zo ook de wind
Ik verwacht, dat weldra de paddentrek begint
Mijn God, ik weet nu waarom
ik de boerka zo afschuwelijk vind.


Corrason ©
22-01-2019

© Copyright corrason

Ingezonden door

corrason

Geplaatst op

23-01-2019

Over dit gedicht

Met respect behoeft een glimlach niet onderdrukt te worden. Wie gniffelt krijgt de gele kaart, wie schatert de rode

Tags

Boerka Kind Lach Pad Processie Wind