Het tijdloos kunstgebit

Jan, de oude lag neer om nooit meer op te staan,
met zijn zoon, de jonge daar naast gezeten,
en sprak daar zuinig op zijn laatste woorden:
‘Jan, weet wat ik zo pas nog hoorde.’

‘Dat van die eeuwige rust is allemaal gelogen,
die rokkendragers hebben ons al die tijd bedrogen
Het is één grote poppenkast, een kermis zooi
om je te laten werken als kapitalistenprooi’

Waarop Jan grof in de mond tot zijn vader zei:
‘Pa, dat weet ik en neem maar aan van mij
of je door de hond of de kat wordt gebeten
werken moet je toch voor veel meer dan je vreten’.
Toen zuchtte oude Jan zijn laatste woorden:‘Jan
o, Jan, ik zal daar boven lijntrekken wat ik kan’.

(met dank aan A.C.W.Staring)

Guido van Geel

© Copyright guido

Ingezonden door

guido

Geplaatst op

09-11-2015

Over dit gedicht

'R.I.P.', zei de erfgenaam en telde zijn ribben na.

Tags

Cartoon Dichter Dood Guidovangeel