VROEGER
VROEGER
Kocht je zoethout voor een cent
'k Weet niet of je dat nog kent
Kon je in een winkel poffen
Waren alle Duitsers moffen
Kreeg je een heitje voor een karweitje
En als je geluk had met Pasen een eitje
Had je Sint en Pieterbaas
Nou alleen nog Sinterklaas
Liet men soms je kleding keren
Had je missen met drie heren
Ging je vissen in de gracht
Waar je in viel, onverwacht
Moest je een wollen hempie aan
En kreeg ook nog levertraan
Dronk je ranja met een rietje
Heette een kanarie Pietje
Moest je, als het even kon
Ook onder de hoogtezon
Wat nou echt zo goed niet is
Behalve dan voor Rachitis
Ging men braaf nog naar de kerk
En had iedereen nog werk
Liet mama je schoen verzolen
Had iedereen een koffiemolen
Ging je naar Lochem op vakantie
Maar dan zonder Goed Weer Garantie
Droeg je een snor en lange haren
Die behoorlijk smerig waren
Had je muntjes voor het gas
Iets wat heel gewoon toen was
Die had je voor elektra ook
En je had ook oliestook
Of je had een kolenhaard
Maar zo'n ding dat was niks waard
Want door 's nachts steeds uit te raken
Kon je 'm 's ochtends weer aan gaan maken
Had je pa je laten dopen
Mocht je op de hemel hopen
Maar had ie dat niet gedaan
Moest je naar de hel toe gaan
In Afrika woonden de zwartjes
En ook zij hadden gouden hartjes
Daarom dus, voor hun plezier
Spaarden we zilverpapier
Op vrijdag kreeg je les in dansen
En op tv zag je Pierre Jansen
Christina die heette gewoon nog Marijke
En op de tv kon je "Top of Flop" kijken
Of Één van de Acht en Wie van de Drie
Nu kijk ik wel wat maar weet niet wat ik zie
Meestal is het hoop gezeur
Maar gelukkig nu wel in kleur
Vroeger toen kocht je de kaas nog per ons
En Nederlands Indië was nog van ons
En de pastoor wist precies hoe het moest
En de gelovigen hielden zich koest
De kindertjes werden, voorzichtig en zacht,
Nog door de ooievaar gebracht
Biechten dat moest je nog elke week
Wat zoveel jaar later niet nodig meer bleek
Was je jarig, dan mocht je trakteren
Lekker op snoep, niet op appels en peren
Toen spaarde je plaatjes voor een boek van Verkade
En één keer per week dronk je priklimonade
Soms mocht je naar de buurvrouw toe
Dan keek je tv: naar Ivanhoe
In de seksbladen hadden de vrouwen meer aan
Dan zoals ze nu in de Wehkamp staan
Soms was je compleet en finaal van de kaart
Door een blonde meid met een paardenstaart
Maar echt het toppunt van geluk
Was toch de nieuwe Donald Duck
Tegen Pasen dan kreeg je een donderpreek
Dan werden de kerkgangers eventjes bleek
Maar was de preek weer achter de rug
Dan verdween bij de koffie de schrik weer vlug
Toen had er nog niemand een computer
En dat scheelde verdomd veel gefoeter
Ach, van vroeger valt veel meer te bedenken
Maar die mogelijkheid wil 'k aan een ander schenken
© Copyright Hans Erkamp
Ingezonden door
Hans Erkamp
Geplaatst op
07-10-2015
Over dit gedicht
Voor iedereen die moeite heeft de veranderingen van de moderne tijd bij te benen