Mijn zee.

Uitgeput gestrand, op de bodemloze zee,
probeer ik elke dag te zwemmen, maar de stroming trekt me mee.

Alsjeblieft, zo donker in dit gebied,
schreeuwende woorden maar mijn hart ziet het niet.
Bijna verdrinkend laat ik me lucht vergaan,
hier blijf ik dan maar liggen, in het waterloos bestaan.

Langzaam geef ik het vrede, het verdrukkende water om me heen,
me hand weer naar beneden, terwijl ik langzaam in de golven verdween
Heen en weer gegooid, ga ik de oceaan doorheen,
vechtend voor de kust, verlangend naar geen een.

De golven slaan me dichter naar mezelf,
Wanneer zit ik dicht en vast genoeg?
Wanneer schiet ik weer de lucht in,
dacht ik toen het water me wegdroeg.

Langzaam verdrinkend zak ik tevreden weg,
gevochten voor geluk, gestorven voor de pech.

© Copyright Ik dicht

Ingezonden door

Ik dicht

Geplaatst op

17-01-2015

Over dit gedicht

MIJN RAADSEL.

Tags

Falen Het Opnieuw